Probeer ik nog zo gezond te eten, op mijn suikerinname te letten en de dagelijks aanbevolen 200 gram groenten binnen te krijgen, blijken vitamines en mineralen spontaan te verdwijnen als ik groenten aan de kook breng. Ho, wacht, wat? Is dan alles voor niets geweest? Wat is dan nog wel gezond? En betekent dat, dat enkel een ‘raw diet’ goed voor me is en mij kan voorzien van de voedingsstoffen die ik nodig heb? Is dit gezond?
Koken als boosdoener
Wat ik in eerste instantie te horen kreeg, was dat groenten bakken of wokken wel ‘goed’ is, maar breng je het in een laagje water aan de kook, dan raak je veel belangrijke vitamines kwijt. Het zou vervelend zijn als ik het vuur per ongeluk te hoog zet en ik daardoor net zo goed opnieuw kan beginnen. En daarnaast: hoe lekker wordt je eten als je iets een kwartiertje kan laten pruttelen?
Rauw beter?
Rauw eten zou volgens velen gezonder zijn, omdat het meer vitamines en mineralen bevat dan gekookt, gebakken, gebraden of gefrituurd voedsel. Dit betekent: 75-100% van het voedsel niet verhitten (boven de 40 graden). Je lichaam weet in rauwe vorm het eten beter te verteren, omdat de enzymen, die helpen bij het opnemen van de voedingsstoffen, behouden blijven. Ook zou rauw voedsel beter smaken en bijdragen aan je weerstand. Zoals onze voorouders dat ook al deden. Dit kan echter niet voor iedereen de oplossing zijn, toch?
Verlies bij koken
De voedingsstoffen die bekend staan om het verloren gaan tijdens het koken, zijn vitamine C, foliumzuur (vitamine B11) en thiamine (vitamine B1). Niettemin allemaal essentieel in je dagelijkse leven. Door het voedsel te koken kunnen deze vitamines inderdaad met 50% in waarde dalen. Dit klinkt vrij dramatisch, maar zelfs bij het langer bewaren van fruit, verlies je al vitamine C. Daarnaast kun je het tekort opvangen door het eten van andere producten, zoals citrusvruchten, groene bladgroenten en avocado’s (B11), en volkoren brood (B1).
Verlies bij rauw eten
Wanneer het eten niet verhit wordt, loop je echter ook voedingsstoffen mis. De belangrijkste is lycopeen, dat kankerverwerend werkt en vrijkomt bij het verhitten van tomaat. In feite eten raw foodies alles wat rauw is, maar in de praktijk gaat het vaak gepaard met een vegetarisch of veganistisch dieet. Op deze manier worden voornamelijk de voedingsstoffen in dierlijke producten misgelopen, simpelweg omdat deze bijna nooit rauw gegeten worden.
We hebben het over eiwitten, calcium, ijzer, vitamine D3 en B12. Gelukkig is hierover ook al eerder nagedacht. Eiwitten vallen te halen uit artisjokken, champignons, broccoli, spinazie, taugé, quinoa, avocado, kokos, banaan en kiwi. Daarnaast zijn bronnen van calcium: groene bladgroenten, broccoli, (boeren)kool, pruimen, noten en zaden. Verder denken veel mensen dat je ijzer enkel uit vlees kunt halen, maar ook dit valt reuze mee: spinazie, boerenkool, zongedroogde tomaat, pruimensap, rozijnen en abrikozen lenen zich hier uitstekend voor. De enige twee vitamines die je niet uit een plantaardig dieet kunt halen zijn D3 en B12. Vitamine D haal je ’s zomers uit zonlicht, maar is het buiten grauw, dan wordt het bijslikken.
Maar…
Voeding is ontzettend veelzijdig. Je haalt er niet alleen je vitamines en mineralen uit, er zijn nog honderden andere stoffen die bijdragen aan je gezondheid. Het grootste voordeel van voedsel koken is dat er meer bioactieve stoffen in het lichaam worden opgenomen, omdat de warmte je celwanden openbreekt. Deze stoffen dienen als antioxidant, zorgen voor een verlaagd risico op kanker en hebben een antibacteriële werking. Aangezien je dit niet voor elkaar krijgt met voedsel rauw eten, is dit toch wel iets om over na te denken.
Beste van twee werelden
Al met al, wat weten we nu? Beide aanpakken hebben hun pros en cons, maar zoals altijd ligt het eraan waar jij je prioriteiten hebt liggen. Een raw diet gaat gepaard met meer aandacht voor het binnenkrijgen van alle voedingsstoffen. Doe jij het liefst niet te veel moeite? Dan vallen vitamines en mineralen makkelijk te behouden door ze maar kort te koken (of op lage temperatuur), de groenten van tevoren niet te klein te snijden en het kookvocht te gebruiken voor soepen en sauzen. Hou jij van een uitdaging, dan kan het raw diet de uitkomst zijn. Of nog beter: ga voor de 50-50% aanpak en haal het beste uit twee werelden!