De meeste mensen weten dat het eten van voedingsvezels belangrijk is. Het speelt een belangrijke rol bij je gezondheid, maar weten we eigenlijk waarom? Vezels zorgen er onder andere voor dat ze het vocht in je darmen opnemen, dit heeft een gunstige werking op je stoelgang. Mensen die dus problemen hebben met hun stoelgang moeten erop letten dat ze voldoende vezels binnen krijgen. Ook zorgen vezels ervoor dat je een langer gevuld gevoel hebt. Ze leveren geen calorieën, maar wel vulling in je maag.
Oplosbare vezels
Oplosbare vezels worden in de dikke darm afgebroken door bacteriën. Ze dienen als voedsel voor ‘goede’ bacteriën in de darm, maar ook als voeding voor de darmcellen zelf. Ze zorgen voor een goede afweer, want deze bacteriën ondersteunen het immuunsysteem en zorgen ervoor dat ziekteverwekkers minder kans krijgen.
Voordelen
Vezels zijn handig als je af wilt vallen. Doordat ze in de maag en darmen opzwellen als ze vocht opnemen, geven ze je een verzadigd gevoel. Ze bevatten ook weinig calorieën en daarom is dat de ideale manier om minder energie binnen te krijgen zonder honger te lijden.
Ook remmen vezels de snelheid waarmee suikers in bloedsuiker om worden gezet. Ze houden dus je glucosespiegel stabieler. Uit onderzoek blijkt ook dat een dieet met voldoende vezels de bloeddruk lager houdt, cholesterol vermindert en de kant op hart- en vaatziekten verkleint.
Waar zitten voedingsvezels vooral in?
Het Voedingscentrum raadt iedereen aan om dagelijks 30 tot 40 gram vezels binnen te krijgen. Dit lijkt veel, maar is prima te behalen. Voedingsvezels zitten vooral in granen, zoals tarwe, haver en gerst. Peulvruchten vormen ook een goede bron van vezels. Hetzelfde geldt voor groente en fruit.
1. Kies voor volkoren
Als jij lunch vooral bestaat uit witbrood, ga dan liever over op de donkere variant. Bruin brood bevat ruim drie keer zoveel vezels. Pasta en rijst kun je bijvoorbeeld ook volkoren kopen. De volkoren variant is meestal de beste keuze.
2. Eet groente en fruit (met schil)
Als je groente en fruit perst, gaan bijna alle voedingsvezels verloren. Verse jus d’orange is daarom lang niet zo gezond als een hele sinaasappel. Smoothies zijn iets beter, maar nog steeds niet ideaal. Eet fruit daarom liever uit het handje. Probeer zo vaak mogelijk de schil er omheen te houden, waar dat mogelijk is. De schil bevat namelijk een flinke hoeveelheid vezels.
3. Eet peulvruchten
Eigenlijk eten maar weinig mensen peulvruchten. Erwten, bonen en linzen zijn niet alleen goede bronnen van eiwitten en koolhydraten; ze zijn ook rijk aan vezels. Ook bevatten ze allerlei belangrijke vitaminen en mineralen. Wie gezond wil leven, kan dus eigenlijk bijna niet om deze voedingsgroep heen!
Lees ook:
Zó zorg jij dat je genoeg vezels binnenkrijgt!
Zilvervliesrijst of witte rijst, wat is beter voor je?