Hokjesdenken wordt al snel als iets slechts gezien. Als iets wat bevooroordeelde, bekrompen, negatief denkende mensen doen. Professor Wigboldus van de Radboud Universiteit denkt hier anders over. Hij zegt dat hokjesdenken de hersenen juist helpt om de grote hoeveelheden informatie uit het dagelijkse leven sneller te kunnen verwerken.
Stereotypen en vooroordelen
Er is een verschil tussen stereotypen en vooroordelen. Stereotypen zijn bepaalde associaties die je hebt met bepaalde groepen, gebaseerd op bestaande kennis, zoals voetbalsupporters die luidruchtig zijn. Vooroordelen zijn ook associaties met bepaalde groepen, maar dan gebaseerd op positieve of negatieve gevoelens, zoals voetbalsupporters die andere mensen in elkaar slaan. Het gaat bij beiden om het categoriseren van informatie, alleen zijn vooroordelen subjectiever van aard.
Categoriseren
Vanaf de geboorte leren wij al labels te plakken op dingen: mama, papa, lepel, schoen, tafel. En dat is alleen maar goed, zegt professor Wigboldus. Hoe fijn is het dat jouw hersenen je vertellen dat het voorwerp voor je neus een stoel is. Dat je je niet steeds hoeft af te vragen: zakt dit voorwerp in elkaar als ik erop ga zitten? Vanuit kennis en ervaring weet je: dit is een stoel en die is gemaakt om op te zitten. Jij handelt vervolgens, zonder hier ook maar een seconde over na te denken. Jouw bewustzijn hoeft hier niet aan te pas te komen. En dat is alleen maar handig, omdat het je in het dagelijks leven veel tijd scheelt.
Positief of negatief ingeschat
De professor blijft kritisch. “Hoe vaak kun je de fout maken dat je ten onrechte een stimulus positief inschat, terwijl hij eigenlijk negatief is?” Bijvoorbeeld wanneer je denkt dat een bankovervaller vast wel het beste met je voor zal hebben. Waarschijnlijk overkomt dat je niet heel vaak. Je kunt daarentegen heel vaak ten onrechte een stimulus negatief inschatten, terwijl deze eigenlijk positief is. Dit gebeurt ons dagelijks, wanneer we vooroordelen hebben. Bijvoorbeeld als we verwachten dat Afro-Amerikanen lui zijn, Marokkaanse jongeren spullen stelen en introverte mensen saai zijn. Terwijl je in het geval van de bankoverval als snel achter de waarheid zult komen, blijft de waarheid in het geval van de Afro-Amerikanen vaak achterwege. Simpelweg omdat je in het dagelijks leven niet snel wordt geconfronteerd met het tegendeel.
Ver van je bed
“Vooroordelen zijn er vooral met betrekking tot landen die ver van ons af liggen”, aldus Joep Leerssen, hoogleraar Moderne Europese Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. “Onze beelden van andere culturen zijn vaak denigrerend en negatief. Met name de exotische beelden van landen die wat verder weg liggen, gaan vaak gepaard met wantrouwen of vreemdelingenhaat, exploitatie of een superioriteitsgevoel van het eigen land. En dat kan heel erg worden. Dat je vooroordelen hebt, is bijna onvermijdelijk. Maar je moet altijd bereid zijn om deze te laten corrigeren door het inzicht dat de werkelijkheid veel complexer is.”
Selecties maken
Je hersenen nemen nou eenmaal graag het zekere voor het onzekere. Vroeger was de grens duidelijker: een tijger is gevaarlijk en een konijntje onschuldig. Diersoorten waren makkelijk van elkaar te onderscheiden, waardoor je wist waar het gevaar lag en waar niet. Tegenwoordig is dit anders. De grote gevaren zijn de wereld uit en de mensheid is alles behalve homogeen. We leven in een maatschappij met ontzettend veel verschillende groepen mensen, die vaak ook nog eens overlappen. Zo kan iemand huisvader zijn, maar ook computernerd. Dit maakt het voor je hersenen lastig om selecties te maken.
We zijn nog steeds gewend aan afgebakende groepen en de stereotypen die daarbij horen. Terwijl die er tegenwoordig lang niet altijd meer zijn. Hokjesdenken is niet per se slecht: het zorgt ervoor dat je grappen begrijpt, voorstellingen weet te maken en sneller vooruit kunt denken. De kunst is alleen wel om je bewust te worden van hoe onze hersenen voorgeprogrammeerd zijn om de wereld te interpreteren. En bereid te zijn om je te laten corrigeren door de werkelijkheid.