Soms is niets zo fijn als een goede oude knuffel. We knuffelen omdat we iemand weer zien of afscheid nemen, als we even getroost wilt worden, of gewoon, zomaar omdat het kan. Maar wist je dat knuffelen hartstikke goed is voor je gemoedstoestand en je gezondheid? Genoeg reden dus om vaker te knuffelen: hier lees je waarom dat zo is.
Knuffelhormonen
Het is keiharde wetenschap: knuffelen is gezond en maakt je gelukkig. Door te knuffelen met iemand, maak je namelijk een grote hoeveelheid geluksstofjes aan, genaamd oxytocine. Dit is het geluksstofje dat vrijkomt in het lichaam als je met iemand knuffelt. Als oxytine, ofwel het knuffelhormoon, vrijkomt ervaar je een gevoel van geluk en verbondenheid. Een hoger gehalte van oxytocine in je lichaam zou zelfs kunnen wijzen op een verlaging van de bloeddruk, angsten en depressies. Meer spontane knuffels dus, zegt de wetenschap.
Dit kan je ervaren als je vaker knuffelt:
- Een blij gevoel
- Minder stress
- Een betere weerstand
- Minder angstig
- Meer connectie met de ander
- Minder pijn
8 knuffels per dag
“We need 4 hugs a day for survival. We need 8 hugs a day for maintenance. We need 12 hugs a day for growth,” zei familietherapeut Virginia Satir ooit. Door een aantal van 8 knuffels per dag te geven of te ontvangen, krijg jij dus precies het aantal knuffels om je goed te blijven voelen. Dit is best wel wat, maar daarmee heb je ook een prima excuus om je lover, je familieleden of je vrienden eens even goed vast te pakken.
Ultieme geluksstofjes kick
En niet losjes je armen tegen iemands rug drukken en dan weer loslaten. Nee, een echte knuffel waarbij je elkaar stevig vasthoudt. Het liefst heart to heart. Een paar seconden duren mag de knuffel trouwens wel: de ultieme oxytocine kick krijg je overigens door elkaar minstens 20 seconden lang vast te houden. Niet alleen voel jij je er zelf goed door, ook laat je een ander net zo goed voelen. Win-win dus!
Zie ook
