In de winter hebben vaak veel mensen last van geproest; verkoudheid of zelfs een vervelende griep. Hoe kan het dat je in de winter meer vatbaar bent voor deze vervelende kwaaltjes of de kans op ziek worden veel groter is?

Vaak word je besmet door een virusje dat door de lucht je keel en longen binnen dringt. Het lichaam gaat dan gelijk in actie en maakt allerlei anti-stoffen aan die het virus proberen de nek om te draaien. Als het virus dan naar binnen komt, duurt het gemiddeld één tot twee dagen voordat je ziek wordt. Soms merk je hier eerst helemaal niks van.

Hoe kan het dat je ‘s winters vaker verkouden en ziek raakt?

Slecht geventileerde ruimte

Één van de oorzaken is dat ’s winters mensen veel meer bij elkaar zitten waardoor de virussen sneller overgebracht worden. Wanneer mensen dicht op elkaar zitten, in een slecht geventileerde ruimte, is de kans dat virussen worden overgedragen veel groter.

Koude neusholte

Een andere reden is dat verkoudheidsvirussen zich beter vermenigvuldigen bij lagere temperaturen in de koude neusholte en zich hierdoor sneller in de rest van het lichaam verspreiden.

Bloedvaten vernauwen

Een andere belangrijke verklaring is dat de bloedvaten van de luchtwegen waar de ziekmakende virussen zich binnendringen door koudere temperaturen vernauwen. Daardoor is de toevoer van lymfocyten, een speciaal soort afweercellen, naar de luchtwegen verminderd en hebben virussen dus meer gelegenheid om zich te vermenigvuldigen. Daarnaast reageert het immuunsysteem slechter bij koudere temperaturen.

Vitamine D

De laatste verklaring is dat je ’s winters minder vitamine D ontvangt van het zonlicht. Vitamine D is belangrijk om de bontontkalking te voorkomen en heeft invloed op de celgroei en celdeling, zoals in het immuun(afweer)systeem. Als je weinig buiten komt in de winter kan het verstandig zijn om extra vitamine D te slikken.


Lees ook:

Wat helpt er tegen misselijkheid?

De griepepidemie is nog niet voorbij!

5 kruiden die je immuunsysteem versterken!